Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Breek den [37]arm des goddelozen en bozen; [38]zoek zijn goddeloosheid, [39][totdat] Gij haar niet vindt. 37. Dat is, de macht, het geweld, gelijk dikwijls. 38. Gelijk boven, hfdst.9 vs.13. 39. De zin is, straf hen en roei hen uit, zodat de goddelozen de vromen niet meer kunnen kwellen. Verg. Ezech.23:48. In een gans anderen zin zullen de zonden van Gods volk gezocht en niet gevonden worden, dewijl zij allen van God uit genade om des Messias' wil zullen vergeven zijn; Jer.50:20. Anders: zult Gij ze niet vinden? Dat is, Gij zult zekerlijk vinden.